Van alle werkenden in de leeftijd van 15 tot 75 jaar lopen zzp’ers het grootste risico op armoede.
In deze groep maakte in 2016 9,4 procent deel uit van een huishouden met een inkomen lager dan de lageinkomensgrens.
Dat meldt statistiekbureau CBS in het rapport Armoede en sociale uitsluiting 2018. Vooral de zzp’ers die in deeltijd werken, lopen risisco op armoede. Van de zelfstandigen mét personeel (zmp) had 5,2 procent een laag inkomen. Ter vergelijking: bij werknemers was dat 1,7 procent.
Handel, vervoer en horeca grootste risico op armoede
Zzp’ers in handel, vervoer en horeca lopen het grootste risico op armoede. Van de – in totaal – 1,5 miljoen werkenden in deze takken, maakte ruim 13 procent deel uit van een huishouden met een inkomen onder de lageinkomensgrens.
Wie actief is in deze gebieden loopt ook nog eens extra kans op langdurige armoede: 3,6 procent maakt deel uit van een huishouden dat tenminste vier jaar achtereen van een laag inkomen moet rondkomen.
Dat het risico op armoede in de bedrijfstakken openbaar bestuur en overheidsdiensten zo laag is (0,2 procent), is vrij logisch. Hier zijn vrijwel alleen werknemers werkzaam.